1553-05-08 |

Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl I Inv 821, dl II regest 665, 664
Jaartallenindex

Charles Tserclaes in den Haghe verklaart verkocht te hebben Heynrick Woutersz en Neeltgen Dircsdochter een losrente van 10 gld sjaars [aangevuld uit regest 664 en Inv no 821], verzekerd op ¼ van 31 morgen 554 roeden in de Dykpolder in het ambacht van Maasland , nu in gebruik bij Cornelis Thijmansz, de nazaat van Willem Patijn, strekkende van de Maasdijk oostwaarts tot de Kerkweg, zuid: Arien Cornelisz, noord: de baelliu van Delfland, oost: Pieter Geritsz, west: Huych de Groet, en ligt gemeen met Jan van Schieten [lees: Schoeten], jvr Heermans, weduwe van Gerrit Heermans, jvr Bartout van Zwijeten, huisvrouw van Engebert van Ophem [er staat: Uphem] en Cornelis Thymansz, die tesamen ¾ bezitten, terwijl het restant nomine uxoris aan genoemde Charles toebehoort. In margine: Dit lant leijt int 22ste houfslach van de Delflantse Maesdyck, noordwaarts van de Maeslandersluys, lanck 67 roeden 2 voeten, daer aenganck van es Arys Claesz in t Leckergat, wesende het 3e houfslach, noortwaarts van de gemeente dyck jegens t Noort Nyeuwelant. Aangehecht een akte van dezelfde datum waarin schepenen van Maasland oorkonden dat Chairles Tserclaes als man van Mary van Wyngaarden verklaarde verkocht te hebben aan Heynrick Woutersz en zijn huisvrouw Maritgen Dircsdochter een erfelijke jaarlijkse losrente van 10 gld, lsobaar met 150 gld, verzekerd op ¼ van het bovengenoemde land