1556-06-30 |

G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 91v
Jaartallenindex

alzo zeeckere questie ende gheschille was tusschen Claes Ghijzen op Ryckeroort ter eener- en H. Geestmrs te Haarlem ter ander zijde, beroerende zeecker huijs en werf daer de voorn. Claes Ghijzen althans op woont, met 2 maden lands binnendijks in den ban van Ryck opten Noort, welck huys, werf en lant Claes Ghijzen seijde hem toe te behooren als bij zijn grootvader van de H. Geestmrs ghecocht zijnde, sonder eenich schijn ofte blijck daeraf te verthonen dan alleen een geschreven franchijnen cedulle inhoudende dat eenen Jacob van Assendelft, als schout van Rijck zulcx over die H. Geestmeesters bezegelt hadde, daer nochtans die voors. cedulle onbeseghelt was ende noijt beseghelt hadde gheweest. Daar H. Geestmrs van deze alienatie niets konden vinden, zeiden zij dat hier slechts sprake was van een concept dat geen voortgang gehad had. De kwestie werd voorgelegd aan onzen Raet mr Gherrit van Ravensburch, Nicolaes van der Laen, Jan Aelbrechtsz en Claes Buijs als arbiters. Deze beslissen dat H. Geestmrs aan Claes moeten betalen 236 Kar gld, waaraan zij mogen korten de 3 jaren huur die Claes nog ten achter is, verder zal hij optie hebben voor het volgende jaar. Dit betreft het huis en werf. De 2 maden of 1½ morgen diet voorn. H. Geesthuis na uytwijsinge die oude brieven binndijcs leggende heeft, zal Claes ten vrijen eigen behouden. Waer tegens het H. Geesthuis weder ten vryen eygen hebben en behouden zal alsulck twee maden als die voors. Claes Ghyzen mit het voors. H. Geesthuis en St Elisabethsgasthuis gemeen heeft, leggende buiten sdycx in een stuck van 8 maden, belend zuid: het H. Geesthuis, noord: Maerten Hendrikxz, streckende van den Noortwech tot an die Meer

ondertekend door partijen en arbiters: Claes Joost Soutman, Jan Jansz Verwer, Dirrick Hendricxz, Hendrick van Wamel, Jan Raet, de Ravensberch, van der Laen, Claes Ghyzen merck, Claes Buijs merck, Jan Aelbrechtsz