1556-10-27 | Haarlem

R.A.H. Coll Aanw 259 fol 567v-570v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

Duyfgen Pietersdochter van Saenen, wonende te Haerlem, requesteert aan het Hof dat zij in het jaar 1538 gekocht had van Jacob de Witte, mede doen wonende te Haarlem, een stuk land buiten de Schalkwijkerpoort in de vrijheid van Haarlem, welk land haar voor schepenen van Haarlem (1538-04-04) opgedragen is met belofte van vrijwaring. Intussen is Jacob de Witte overleden. Nu heeft echter Jan Jansz van Hoorn, wonende te Amsterdam, aanspraak op dit land gemaakt. Zij heeft zich toen beroepen op de kinderen van Jacob de Witte, die beweerden geen erfgenamen van hun vader te zijn, daar deze niets had nagelaten. Zij had toen de vorige eigenaars aangesproken: de erfgenamen van Pieter Fransz en Clementia Gerbrandsdochter. Deze waren echter tegenover haar niet tot vrijwaring gehouden. Zij verzoekt nu een curator te stellen over de nalatenschap van wijlen Jacob de Witte, ten einde die tot vrijwaring te kunnen aanspreken. Het Hof voldoet aan dit verzoek en benoemt mr Ghovert Moesgesel van Haerlem tot curator over de herediteyt van Jacob de Witte en diens huisvouw