1559-09-27 |

R.A.H. Coll Aanw 262 fol 3662v-364/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

zijn bij mijne Heeren van den Rade in Holland gecompareert op naemiddage in 't scheyden van de Raad des avonts na 5 uren ende enige van dien Raede uytgegaan ende wederom in de raadcamer getreden zynde, mr Aernoult Coebel, rentmeester van het gemene land van Holland, en heer Splinter van Harghen, ridder, tot hem hebbende veel van de gildebroeders van St Jorisschutterij met vaendragher, pijp en trommelslager, verclaerende last te hebben van den Coninck en de gemeen schutterij, de voors. Heeren te bidden ende te nooden bij heurluyden te willen commen des avonts ende des anderen daechs middachs ter maeltyd, ende alsoe heurluyder vergadering te helpen vereren. Frans Duijst alias Couwenhoven, procureur van den Hove, mede schutter, betwistte het recht van Coebel om deze uitnodiging op deze wijze te doen. De andere schutters bevestigden daarop dat zij last hadden van den Coninck om deze uitnodiging te doen. Met de heer van Wassenhoven pleegden zij toen ter zijde enig overleg. Intussen was heer Willem Snouckaert, ridder, mede Raad in den Hove, binnengetreden, en beklaagde zich over de injurien hem bij Coebel angeseyt. Hij begeerde dat de griffier hiervan acte zou maken. Er ontstond een felle ruzie. De heer Willem Snouckaert begeerde tenslotte toch akte, die hem de volgende dag gegeven werd