1559-11-09 | Schoten, Akendam

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 90
Jaartallenindex

Jan Jacobsz van Sloten, schouten tot Schoten op Akendam, oorkondt dat Florys Dircxz, wonende tot Schoten op Vlielant, voor zichzelf en voor de kinderen en erfgenamen van zijn zwager Willem Wijntgens, voor een helft, Willem Claesz mede van Schoten ende Thoenis Claesz, wonende te Sparendam, elk voor zichzelf en vervangende gezamenlijk hun broeder Adriaen Claesz, hun zuster Dieuwer Claesdochter, ende hun swager Cornelis Taticxz, daar voor zij beloofden te caveren voor ¼ deel tezamen, ende Claes Sijmonsz van Velsen voor zichzelf en voor Garbrant Zijmonsz, Maerten Symonsz, Willem Symonsz, Engel Symonsz, Neel Symmonsdochter, Marijtgen Symonsdochter, Engel Gerytsz en Cornelis Willemsz, alle zijn broeders, zusters ende swagers, daarvoor hij beloofde te waren mede voor ¼ deel. Zij gelieden tezamen verkocht te hebben aan Adriaen Willemsz, poorter van Haerlem, ¼ part in 2½ mad lands gelegen tot Schoten in den ban van Akendam, daeraf ¾ deel toebehooren aan St Elisabethsgasthuis te Haerlem, ende is belend oost: Cornelis Diricxz en Adriaen Dircxz weduwe tezamen, zuid en west: dezelve Adriaen Diricxzs weduwe, noord: Florys Diricxz voorn.

Dirck Cornelisz en Dirck Adriaensz, schepenen in den ban van Akendam