1544-05-25 (3) |

G.A.Haarlem Inv I no 1872 en 1873 Lade X/Arch St Jan Haarlem
Jaartallenindex

(vervolg) II) 10) een acker gelegen binnen Dirck Cornelisz croft, noord: die prelaet en abt van Egmond, zuid: het gasthuis van Beverwijck, streckende van de groote Houtwech tot aen Heemskerckerwech. Bruijct Dirc Cornelisz voirs sjaers om 15st; 11) ½ acker binnen Jan Martensz croft, belend noord: Claes Paridom, zuid: Daniel Dircksz erfnamen, noord (!): die Hoflanderwech, bruyct Jan voorn. om 21 st sjaars; 12) 4st sjaers pacht op ½ ackertgen gemeen met Gijsbrecht Jansz tot Beverwijck, die deselve acker toebehoert, geleegen bij Scheijdenweegen tusschen die Heemskerckerwech ende die Hoflanderwech, belend noord: Elysabeth Jan Duvenz weduwe, zuid: die prelaet van Egmond, deze pacht betaelt jaerlix Ghijsbrecht Jansz; 13) ½ geers lands gelegen in Keijlsgeers, toebehoorende aen de kinderen van Baertgen Floris Dircsz weduwe, belend noord: Pieter Claesz rentmeester, zuidwest: Aelbert van Egmondt, casteleyn, noordwest: Baertgens voors. erfnamen. Bruijct Dirck Florijsz sjaers om 21 st; 14) een acker belend noord: die prelaet van Egmond met Jan Martijnsz, zuid: het convent van die Regulieren, streckende van de Alcmaerswech tot an Heemskerckerwech, bruijct Doeff Gerytsz jaarlijks om 22st; 15) een strenghte of een cleijn smael ackertgen, belend tussen Pieter Auwelsz en Maritgen Jansdochter, dat zij bruyct om 9 st; 16) dieselve 11st 4d pacht sjaers staende opte Cruijsacker, toebehorende Maritgen voers, belend noord: Aecht Pietersdochter, zuid: Symon Claesz; 17) een cleyn blooctgen belend Duijff van Buijten aen beyde syden in hare croft; 18) een smael eynde van een ackertgen belend nu ter tijt noord: mijns heren van Assendelft leengoet, gecoft tegens Dirck van Buijten, zuid: Arentswech mitte wal, bruijct Duijf van Buijten voorn, beide stukjes om 11st, pretendeert erfhuer an beyde stuckgens, maer is alsoe niet; 19) een blocken landts belend noord: Cornelis Geritsz, west: den Kuijckerswech, oost: die Scaubeeck, zuid: die pastoor van Velsen, bruyct Jan Claesz om 19½ st; 20) ¼ van een cleijn ackertgen gemeen mit Engel Claesz, belend noordwest: die kerck van Beverwijck, zuidoost: die moelen ende Kerckwech, bruijct Engel Claesz om 6st