1516-03-06 (1515) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 170, 172
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit van Poelgeest heren Gerritsz verklaarde dat zijn vader heer Gerrit van Poelgeest heer van Hoichtmade hem in huwelijkse voorwaarden beloofd heeft alle lenen die hij hield. Welke lenen belast waren met sommen die heer Gerrit betalen moest. Daarvoor heeft vrouwe Maria van Culemborch, vrouw van heer Gerrit, haar goederen die zij aan haar man gebracht had, verkocht en met deze gelden de renten op de lenen van haar man afgelost. De goederen van vrouwe Maria behoorden echter te versterven op Gerrits jongere broer. Gerrit stemt er nu in toe dat zijn ouders aan hun andere kinderen een jaarlijkse rente mogen maken van 120£ Vls sjaars. Sterft een van deze kinderen kinderloos dan zal diens aandeel komen aan Gerrit voors. Gerrit zal het besprek door zijn ouders gedaan ook mogen bewyzen voor zijn broers en zusters met een jaarlijkse rente van 2-4£ op door hem aan te wijzen goederen. Zijn ouders behouden hun lijftocht aan de voorn. 120£. Met het verzoek om deze regeling te willen confirmeren. Op 9 maart confirmeert Karel deze brief

Tielman van Dulleken, Raad myns Heren en mr v.d. rekeninge, Anthonis van Nyvelt, Pieter Hanneman, commissaris, leenmannen van Holland