1516-04-01 |
Carth Raamsdonk anno 1518 no b 10 fol 12/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen van St Geertruidenberghe oorkonden dat Adriaen Petersz, Godevaert Petersz en Jan die bode, lants gasthuismeesteren ende regenten des gasthuis binnen onser stede, en hebben ingevolge arbitrale uitspraak gedaan door mr Jheronimus Busleden, proost van Ariaen en Peter Lapostelle, commissarissen uten hoghen hoeve van burgemrs, in de ghescillen van sekeren landen en aenwassen gelegen op t Zandoel tussen den clooster v.d. Carthusers gelegen bij onser stede voors, ende onze gasthuse gedeputeert te neder leggen ende voirt na der laudatie des priors ende convents des cloisters voors. metten gasthuismeesteren voirn. aen beyden syden anno 1514 gedaen dieselve sententie te achtervolgen en te obedieren, overgeven met een vryer ghifte met consent des deken en gemeen capittels met derselver stede ende des gemenen gerechts here Willem Bibau van Tielt tbv zijn convent en clooster voir. alle sulke landen en aenwassen als gelegen zijn op Sandoel, zuidwaert aff alre naest Goijken Heynen weer, ende voirt aen gelegen teynden Lysmoet Jans Borchgravendochter der magersweer, Peter Borghgraven weeren ende des beyden weers, welk Jan ende Mergriet van der Heyde darnae Danielle Schairts was, ende nu alle des cloesters van den Cartuseren zijn achtervolge.... den ouden sloot bij onser stede rechterlycken tandren tyden geopent ten halven water to etc. Volgt de brief van de composite voorn dd 1514-10-02 voor de Grote Raad van Mechelen, gemaakt bij mr Geraert Boghaert, lic. in de rechten en pensionaris van Dordrecht, mr Pouwels van Ghilse en mr Gheraert van Drongelen, rentmeester van Oosterhout