1517-02-21 (1516) |
A.R.A. 490 no 243/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Heynrick van Heuckelom, exploictier van den Hove in naam en ten verzoeke van den heer van Montfoort, impetrant, aan d'een zijde, contra Pieter de Cock van Opijnen als voicht van den weeskint van Willem de bastert van Heenvliet ende als zulcx aengenoemen hebbende de arrementen van desen sake ende proces tegen de voirs. wijlen Willem de bastaert, gedaichde, begonnen, ter andere, allegerende de impetrant dat Anthonis van Eversdijck vercoft heeft gehadt bij acte van condempnatie van desen Hove ende voir den stadhouder ende leenmannen der graeflicheyt van Hollant de voors. Heere van Montfoort 6£ gr Vls sjaers ende die geypotekeert ende versekert op zijn goeden ende heerlicheyt van Eversdijk, te weten op 289 gemeten ambochte met vogelrye, visscherije, malerije ende alle zynen toebehoeren. Er kwam een achterstal in de betaling waarop de heer van Montfoort letteren van executie ontving, waarop verkoop van het goed plaats had. Kooper werd Pieter Jansz van Hoeykenskercke voor 26£ gr Vls (het goed bleef belast met de voorn. 6£). De heer van Montfoort beloofde de kooper "te decreteren", waarop Anthonis van Eversdyck en Willem de bastaert van Heenvliet als opposant tegen de voirs. vercopinge, gedachvaert werden. Willem voors. zegt dat hij meer dan 4 jaren geleden die voors. 89 gemeten ambochts van Anthonis gekocht had met toestemming van de leenheer en dat hiermede de hypotheek van de heer van Montfoort teniet gegaan was (de hypotheceering geschiedde in 1503, en de verkoop aan Willem in 1506). Het Hof verklaart de oppositie van waarde en weigert den impetrant het gevraagde decreet