1517-08-19 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 291
Jaartallenindex
Philips van Bourgondië, heer van Fallais, en Karel van Bourgondië, heer van Bredam [Bregdam] contra Joos van Cruyningen [heer van Heenvliet, Pamele etc]. De vader van eisers, Boudewyn bastaard van Bourgondië, had Jan van Cruyningen, vader van verweerder, 1500£ Vls geleend als vooruitbetaling [?] aan de ontvanger-generaal der domeinen op een bede, die door Jan als rentmeester-generaal van Zeeland in de jaren 1497-1500 zou worden geind. Op dit bedrag werd in 1498 aan Boudewyn 100£ betaald. Eisers kwamen tot de ontdekking dat de rest niet was voldaan. Zij spraken van een hoofdsom van 1000 [?] £ waarop 100£ zou zijn betaald. Van verweerder, erfgenaam van Jan, eisten zij ± 1516 voldoening van de volgens hen nog te betalen 900£. Toen verweerder niet tijdig verscheen, vroegen zij verstek tegen hem. Een aantal stukken hierover o.a. onder e) dd 1517-08-19, waarbij verweerder het bestaan van de schuld erkende, doch uitstel vroeg