1518-02-04 (1517) |

R.A.H. O.R.A. 241 fol 359/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

daar men gewoon is geweest de vierschaar van den lande van Putten te houden mit leenmannen, daar gemeenlic 12, 13 of 14 te comen plagen op costen van zijn Con. Maj. Om deze kosten te verminderen en geschillen te vermijden over personen die zeggende leenmannen te zijn en in de vierschaer zitting te willen nemen, en ook de mannen die ongeroepen verschijnen ten voordele van een van de procederende partijen, ordonneert het Hof dat de ruwaard, baljuw van den lande van Putten, voortaan zijn vierschaar zal mogen houden met 7 leenmannen: Pieter Eewoutsz, uyten Coorndyck, Ariaen Armensz, van Symonshaven, Cornelis Anthonisz, van Spickenisse, Cornelis Doensz, vuyt Poortegael, Cornelis Musz, uit Westenryck, Cornelis Musz, uit Pernis, Pieter Adriaensz, uit Portugael. Bij ziekte of uitlandigheid van een van genoemde personen zal de baljuw een ander mogen kiezen