1518-05-24 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 19v
Jaartallenindex
leenmannen van de Grafelijkheid van Zeeland oorkonden dat Cornelis [Servaes Thonisz ?] Thonisz, heer Jan Servaesz, priester, met zijn gecoren voogd, ende Dijmone Servaesz, zijn broeder, beide zonen van den voors. [?] Servase, opdroegen tbv Simon Thuenisz, des voors. Servaes broeder en haren oom, ΒΌ deel van eender thienden als sij hebben in eenen polder Sint Joostlant of Rootlant genaamd, gelegen binnen onsen lande en heerlychede van der Tholen, die zij van de grafelijkheid van Zeeland in leen hielden. Met het verzoek om Servaes Thonisz en zijn kinderen daarmee te belenen. Ter begeerte van de voors. Servaes Thonisz en van zijn zonen bezegeld door leenmannen (vgl 1519-04-08)
Cornelis Pietersz van Dalem, priester, Jan Willemsz Soete, Jacob van Bleyswyck, leenmannen