1519-02-11 (1518) (1) |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 8v
Jaartallenindex
Karel beleent onse seer lieven getrouwen neve ende ridder van onser ordene, Raidt, Camerlinck, admirael van der Zee, heeren Adolph van Bourgongen, heren Philipssoon, here van Beveren, van der Vere, van Vlissingen, van Duvelant na dode van zijn moeder onse lieve nichte vrouwe Anna van Borsselen, in haar leven vrouwe v.d. Vere, Vlissingen, Duvelant mitten duynen aldaer, met alder justitie, hooch-, middel en lage, en met anders allen anderen vriheden, rechten en toebehoren. Behouden onse onse diensten van beden en heerwaerden ende onse souverainiteit, manschap en ressoert, alles ten vollen verclaert in de coopbrieven daervan wesende van wijlen heer Wolfaert van Borssele, daer wij ons toegedragen. Tot een onversterfelijk erfleen. Joost Cornelisz doet als zijn gemachtigde de eed (procuratie dd 1519-02-06)