1519 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 303
Jaartallenindex

Max. van Bourgondië, prelaat van Middelburg, Philips bastaard van Bourgondië, heer van Blaton, Adolf van Bourgondië, heer van Beveren en Jan van Cruyningen, heer van Heenvliet, contra Jan Willem Eeuwoutsz alias Borre [of Borze]. Eisers stelden de erfgenamen van Claes Arentsz, rentmeester van Beoosterschelde 1501-1504, aansprakelijk voor de leemten in diens rekeningen. Het ging om een bedrag van ruim 100£. Van elk der 5 erfgenamen werd ruim 19£ gevorderd. De andere erfgenamen, onder wie Aernt en Adolf Claesz waren tot betaling bereid. Verweerder, gehuwd met een dochter van Claes Aerntsz, weigerde. Eisers verkregen toen van de Geheime Raad executoriale brieven. De Grote Raad wees in 1519 de eis toe