1519~ |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers
Jaartallenindex

Johan de Silly Jr, heer van Scoudee, Raadsheer en kamerheer, contra Gest Butoir, wonende Mechelen, Arent Vincke x Agnes Butoir (dochter van Gillis Butoir), Jehan Butoir en andere familieleden Butoir, Jehan de le Gracht x Maria Butoir, Hendrick Hendriksz, Jehan Barradot c.s. Eiser wilde ± 1519 tegen verweerders een proces opnemen dat zijns inziens interrupt was geraakt. Oorspr. was tussen Jehan Silly Sr en Gillis Butoir een proces gevoerd over een grote som geld die Gillis aan de oude Jehan schuldig was. Bij sententie v.d. Grote Raad dd 1491-02-25 (799.25) was Gillis veroordeeld. Het vonnis werd geexecuteerd op de heerlijkheid Merksem en veengronden onder Wuustwezel en Westdoorn (vgl sententie 1494-12-19 nr 802.74). De executoriale verkoop was nog niet geheel voltooid toen Gillis opponeerde. Bij vonnis van de Grote Raad dd 1498-07-27 (nr 803.99) werden gedeelten van genoemde goederen tussen partijen gedeeld. Tegen de eis van Silly Jr voerden ver weerders aan dat de vorige processen tussen andere partijen waren gevoerd en dat bovendien de zaak definitief beeindigd was (zie ook E.A. Dossier 52). Bijgevoegd onder f: copie van het dictum van de Raad van Brabant dd 1520-04-21, in het geschil tussen Adriaen Meeusz en Jan de Glimes heer van Bergen op Zoom, waarbij eiser uitstel ontvangt om te antwoorden op de conclusie van verweerder. Adriaen Meeusz was gehuwd met Katherine Butoir en als zodanig verweerder in het proces van Silly Jr; voor de Raad van Brabant eiste hij vermoedelijk van Jan de Glimes de heerlijkheden Merksem, Schoten en 's-Gravenwezel. Jan de Glimes stelde dat deze heerlijkheden hem bij sententie van de Grote Raad dd 1494-12-19 waren toegewezen (idem 1521-06-07 nr 821.3 en 1530-04-01 nr 829.102)