1520-09-07 |
Inv Arch H. Geest 's Gravenhage dl I Inv 958 dl II regest 565, 567
Jaartallenindex
notaris Jodocus Corninck instrumenteert dat Elisabeth Heyndricsdochter van Coelen op het altaar v.d. H. Geest in het N.deel van de St Jacobskerk in den Haag een eeuwige vicarie gesticht heeft van 5 missen per week, en daaraan als inkomsten gegeven heeft: 1) 20£ Holl sjaars uit 4 jugera land in het Vrelant in het ambacht van 's Gravensande in gebruik bij Jodocus Gerritsz, oost: de watering genaamd de Vaart en Claes Adriaensz, zuid: de kerk van 's- Gravesande, 2) 10 R gld uit de woning van Egidius Bartholomeusz in de Lier, verzekerd [!] op 3/3 [sic !] van 3½ jul [!] en 35 roeden [land] in het ambacht van Maasland, west: de Groeneweg, oost: Adriaen Jansz en Dodo Arnoutsz, zuid: de Borgerdyksweg, noord: de weg naar de Lier, 3) 15£ Holl uit 9 juk [! lees: jugera] 2 hond en een huis daarop [!] in het land van Jan Jansz Proet en Jacob Gysbertsz, in het ambacht van Ouderschie, belend zuid: het land van Dirc Jacobsz van Dyck en Dieuwertge, weduwe van Jan van Berghen, noord: Cornelis Arnoutsz en Jan Jansz Proet, west: de watering genaamd de Schie, oost: de landscheiding. Breder vermeld in de schepenbrief. Na haar dood komt het patronaatrecht aan de pastoor en rectores van het H. Geest altaar. Voor altaar behoeften [!] schenkt zij nog 5£ Holl sjaars op de woning van Willem Harmansz in het ambacht van Monster. oorspr. Inv 958 in dorso: Fundacye van 6 missen van Heijngen van Lysbet in Koelenss kinderen. Op 1521-06-26 bevestigd door de bisschop van Utrecht (vgl 1549-07-06)
getuigen: heer Wouter Adriaensz, priester, Claes Claesz