1521-07-31 |
Ons Voorgeslacht 05-1991 no 416 regest 199 p 221/Leeuwenhorst Inv 544 regest 818
Jaartallenindex
sententie van het Hof van Holland tussen deken en Capittel van OLVr capel opt Hof te 's-Gravenhage en de abdis van ter Lee, in het proces dat gevoerd is te Maasland over 9 morgen land aldaar, noord: de Lyerwatering, die geschouwd wordt door de heemraden van Delfland, oost: het land van wijlen Vrank van Dorp, zuid: de Gaechweg die geschouwd wordt door het gerecht van Maasland, west: het land dat wijlen Vrank van Dorp in leen hield van de grafelijkheid van Holland. De eerste partij bezit dit land sinds mensenheugenis. De tweede partij pretendeert de meyscharing ervan te hebben en werd door het gerecht van Maasland in het gelijk gesteld. Dit convent bezat 1 morgen land bij het huis ten Dorp, streckende voor aan de Maaslandse weg naast de 9 morgen van het kapittel, door beiden gezamelijk verpacht aan dezelfde huurder. In 1499 was deze morgen voor 10 jaar verpacht aan Jan Willemsz tegen 40sc Holl, na zijn dood aan grote Gerrit en na diens dood aan Kerstant Claesz, die betaling weigerde en in 1514 door het Hof is veroordeeld. In 1516 "ontwaardde" het convent Adriaen Claesz Brunebaert die de pacht niet aan betaald (?), omdat hij beweerde dat hij het land van het kapittel had gehuurd. Op iedere morgen mocht 2 paar beesten worden geschaard. Aan het convent wordt één morgen in de 10 morgen land toegewezen