1522-06-07 |
Bissch Arch Haarlem Inv no 119/II fol 168v/Cartul Klooster in den Hem bij Schoonhoven/A.R.A. Origineel
Jaartallenindex
schepenen binnen Scoenhoven oorkonden dat heer Lodewijck heer van Moerkerken, ridder, en Aernt Hermansz van den Berch getuigen aanwezig te zijn geweest bij de navolgende uitspraak. Deze uitspraak is gedaen bij tussenspreken van den edelen ende vromen heer heer Lodewijck van Moerkerken, ridder, als een overman, Aernt Harmansz, scout van tsheeren Aertsberge, Egbert Dircsz, Claes Jan Venez en Bewijen Dircksz, als arbiters ende zegsluden, tussen Jan van Woerden here then Vliet als ambochtshere van Berchambacht op die ene zijde, ende die van den Convente van den Regulieren in den Hem buten Scoenhoven aen die andere zijde, roerende den erfpacht van een stuk land gelegen in Berchambacht, die de Regulieren voirs. afgelost hebben jegen het 11000 maechden convent ten bra[n]t oly binnen Utrecht, waarvan de voorn. ambachtsheer zijn nakoop eiste. De arbiters beslissen dat de Regulieren nu aan de ambachtsheer 18 R gld moeten, daerof sij den voorn. ambachtshere corten zullen ½ van 17 R gld en 5st verteert ende verdroncken in den Hardenbol ter cause voorn.
Cornelis van Dobben Henricsz, Jan de Leeu Aertsz en Evert Buijs Willemsz, schepenen