1529-12-10 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 656
Jaartallenindex
sententie van de Grote Raad van Mechelen. Gildemrs van OLVr gilde en het H. Kruisgilde te Amstelveen contra Simon Swittersz, gewezen schout te Amstelveen. Partyen betwisten elkaar de eigendom van een huis en erf gelegen op of bij het kerkhof te Amstelveen, en de eigendom van een pacht of rentebrief van 2 Wilh schild, waarvoor dit huis gehypothequeerd was. Eisers beriepen zich op de eigendom van deze pachtbrief op grond van cesse door Aegte Roomersdochter. Wat de eigendom van het huis betreft, beriepen zij zich op een transport van Jan Jacobsz die dit huis aan eisers getransporteerd had om ontslagen te zijn van achterstallige renten op grond van de omstreden pachtbrief. Tevens deden de eisers een beroep op een ongestoord bezit van 50 jaar en langer, hetgeen zij aantoonden met het feit, dat na de dood van Jan Jacobsz de kapellaan van het gilde het huis betrokken had en dat de gilden daar hun statie en maaltyden hielden. Verweerder betrok nadien als eigenaar het huis en verkeeg ook - volgens eiser van een zekere Jacob Nije - de pachtbrief van 2 Wilh schilden. Verweerder ontkende echter het bestaan van deze pachtbrief en stelde dat er slechs een pacht van ½ krom toekomende aan Huiszittenmrs te Amsterdam op het huis rustte. Na afwijzend vonnis 1526-04-06 [13] gaan eisers in appel bij de Grote Raad, die hen op 1529-12-10 in het gelijk stelt. Hierbij is aanwezig een acte dd Amsterdam 1527-10-14 waarin Aelbert Dircsz, regent van het H. Kruisaltaar in de parochiekerk te Amstelveen, en Claes Claesz, gouverneur van het OLVr altaar in de parochiekerk van Amstelveen, als vertegenwoordigers van eisers procuratie geven aan mr Franchois Bubbe, procureur bij de Grote Raad