1531-05-19 | Heemstede

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 50, 51/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

schout en schepenen in den gerechte van Heemstede oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haerlem op 1531-05-11 "hebben gedongen myt dingplechtige worden dattet voors. gasthuys lant leggende after t swarte heck een notwech plach te hebben, welcken notwech hemluyden verbijstert is. Ende seyde afftervolgende zeeckere ghetuijgenisse die voors. gasthuismrs voor schout ende scepenen beleijt hadden opten 10e ende 11e dach in Meye int jaer voers. dat die notwech vant voers. lant plach te legghen westwaert van 't gasthuyslant tusschen t cappelrylant, dat mr Claes van Castrecom besijt aen die een zijde ende Gherrit van Berckenroetslant aen die ander zijde, welcke vonnisse die schout bestelde ende scepenen haer achtinge off namen ende sijn weer in recht ghecomen ende hebben voer recht gewesen achtervolgende zeeckere ghetuijchenisse voers. dattet voers. gasthuyslant hebbende een notwech over die groenelaen tusschen t cappelrijlant dat mr Claes van Castrecom besijt ende tusschen Gherrtit van Berckenroets lant westwert van t voors. gasthuyslant. Hubrecht van Ruyven, baljuw van Kennemerland consenteert hierin 1531-12-10

Dirick Jacopsz van Ylpendam, schout in Heemstede, Dirck Aellertsz, Jan Florisz, Claes Comansz, Jan Claezz en Jan Dircksz, bueren ende scepenen