1532-04-05 |

Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 231
Jaartallenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, beleent Dirck van Buyten Gerbrantszoon met de navolgende leenen, die zijn vader Gerbrant van Buyten van de abdij te houden placht: 1) vier hofsteden gelegen binnen der stede van Beverwijck opt Ropeijnde, daer die twee of gebruycken Ghys Meynontsz, belend zuid: Jan Willemsz, noord: Gherit Prickhouwers, oost: die Conincxwech, west: die after Wech. Ende die ander twee gebruyckt Cornelis Claesz, die aan beide zijden belent, oost: die meer, west: die Conincxwech, 2) 2 £ sjaars gemeen metten Regularissen ofte nonnen in Beverwijk, zuid: die nonnen voorn, west: die wech die nae de moelen gaet, 3) een hofstede, zuid: die Beghijnenstege, west: die wech after die nonnen, oost: die Conincxwech, noord: Gherit Willemsz, 4) item 2 stucken landts mit een block daartoe behoorende, belend zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: Abdyenlandt, west: die heerenwech, oost: die beeck, 5) een stuck lants belend zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: die papelyke prove in Beverwijk, aent westeynde: Monickendaelsbeeck, aent oosteynde: die Wendeacker die abdije toebehoorende, 6) noch een stucke lants in Midbrouck of Wijckerbrouck, westeynde: St Aechtendijck, noord: Dirck Aerntszoonsweduwe, oost: die nonnen van Beverwyck, zuid: dat Smallecamptgen. Te houden tot een rechten leen ende anders niet (vgl 1480-08-28, 1533-06-07)

hier waren bij: Gherit van Sparwoude onse leenman, Joest die bastart van Brederode, leenman v.d. heer van Egmond, Jan van Veen, Dirk Fredericxs