1534-06-09 | Heemstede, Schoten o.a.
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland p 38v
Jaartallenindex
Karel beleent Heyndrick van Berckenrode na dode van zijn vader Gerrit van Berckenrode met: 1) een hoeve lants, groot 18 morgen, in den ambacht van s Gravesande, geheten "Berkenroetse hoeve". Tot een onversterfelijk erfleen; 2) een tiende gelegen in den ambacht van Heemstede ende Jan van Heemstede toe te behoren placht, recht leen; 3) een deel van de ambachtsheerlijkheid van Heemstede, dat is te weten streckende van [noord:] de Gasthuyslaan [= Zandvoortse laan] tot aan [zuid:] Jan Lottynszlaen toe, [west:] achter aen de Vaert [= Leidse vaart] en vort an die heynsloot voer an onsen wech, streckende oistwaert drie roeden in die wildernis. Met ⅔ deel van de tienden die Jan van Heemstede aldaar plaght te hebben binnen de voors. bepalinge gelegen zijn, mit die drifte van twee ouder zwane; 4) die hofstede van Sparwoude met 5 maden lants daertoe behorende ende die manschap van c. 45 maden land die men voort van de voors. te leen houdt, recht leen; 5) dat bodeambacht ende scutterij van onser stede van Naerden en van onsen lande van Gooijland. Tot een onverversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een rode sperwer of 10 schell Holl daarvoor; 6) de ambachtsheerlijkheid van de buurscip van Vlieland bij Schotercappele bij onser stede van Haerlem. Tot een recht leen (vgl 1478-07-14)
Cornelis Barthoud Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen