1502-08-27 |

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl I dossier 177/200/Pb 42 (oud: 427)/ Sententie 804.57 en 804.86
Jaartallenindex

Gerart en Pieter van Coyegem c.s. contra Jan van Oostende, ridder, namens zijn vrouw Geertruid van Heenvliet. Tussen Jan van Heenvliet en eisers ontstond ± 1500 geschil over de erfenis van Jan's echtgenote Catharina van Steelandt. Jan werd door de baljuw van het land van Waes gevangen gezet (Katherine was te Belsele waar het echtpaar zich in 1498 had teruggetrokken, overleden) op beschuldiging van het wegvoeren van goederen uit het sterfhuis. Eisers vorderen als naaste verwanten van Katherine ½ van de erfenis. Jan van Heenvliet ging in appel bij de Grote Raad: hij meende dat men hem in zijn domicilie Brussel moest aanspreken. De Grote Raad beval op 1501-08-27 een ander onderzoek. Kort daarop overleed Jan van Heenvliet, waarna verweerder namens zijn vrouw, de zuster van Jan van Heenvliet, het proces voortzette. Op 1502-02-18 wees de Grote Raad de omstreden goederen aan verweerder toe