1502-12-17 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 145v, 148
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Jan Willemsz na dode van zijn vader Willem Jan Reyersz met: 1) dat ambacht van der Myle, met de gift van der kerk, mit verecht (?), visserij, vogelrij, innd van de molen, manschip, .. ⅓ deel van een tiende op ten Dubbeldam, ende mitten manscip van den zegewerp also verre alst ambacht van der Myle is streckende, sonder alleen dat Vroon van der Vroonvisserij, 2) een schrootambacht mitter soutmaat binnen Dordrecht. Te houden no 1 tot een erfleen, te verheergewaden met een Merweedse heecte. En t schrootambacht tot een recht leen, te verheergewaden met een rode sperwer of 10 Schell daarvoor. Welverstaande dat Jan zijn broers hun kindsdeel zal uitkeren. In margine staat dat deze brief vermaakt is in 2 brieven daar schrootmeesters het schrootambacht in een afzonderlijke brief wilden en zonder condities. Eodem die oorkondt Philips dat hij aan Willem Jan Reynersz octrooi gegeven had om bij testament over zijn onversterfelijke lenen te beschikken (dd 1497-07-14), uit kracht hiervan en met consent van zijn oudste zoon Jan Willemsz beleent Philips Frans Willemsz, zijn jongere zoon, met 12 morgen land te Alblas, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Frans onmondig is, doet zijn oudste broeder Jan de eed

present: Jacob Heerman, Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, cleene Jan Bruin