1503-01-02 (1502) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 83, Caput N.H. fol 179v
Jaartallenindex

Philips beleent Heyndrick van der Goes, oudste zoon van wijlen mr Willem van der Goes, in zijn leven Raad en mr van den reeckeninge in Holland: 1) een tiende bij de stad Goes en het ambacht van Cloetinge, groot 10 gemeten volgens verklaring van zijn moeder jvr Maria van Doorn. Hij moet jaarlijks betalen van de voors. thiende, sulke pencie als men ons daarof schuldig is. En voor eens sulk recht van versouck van elk gemet als hij na inhout der nieuwe willecoere, onlangs daar opgemaakt, schuldig is, in handen van Tielman van Dullecum, onse rentmeester van der espargne in Holland, 2) ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16e deel van de gehele heerlijkheid van den Middelharnissche, in hoge, middel en lage etc tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: 1 nobel van 48 gr, 3) een tijns binnen den ambacht en stede van Beverwyck. Tot een onversterfelijk erfleen, 4) 4 hont land te Ryswijk ende [?] dat oosteynde van der kerk aldaar, belend oost: Engelbrecht Camerling, zuid: den Bredenwech, west en noord: Catryn Claes Jansz weduwe met een woning. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paar witte handschoenen. Jvr Maria van Doorn behoudt haar lijftocht aan al deze percelen haar leven lang

present: mr Jacob van Almonde, mr Jan van Schoonhoven, Dirck van Boneem, Pieter Plumeon, cleen Jan Bruyn