1503-02-13 (1502) |
R.A.H. no 60 fol 182v/Reg Privilegia Karoli fol 90
Jaartallenindex
geschil voor het Hof van Holland tussen prior en convent van de Regulieren buiten Alkmaar als eisers enerzijds en Jan van Outheusden als registermeester van Holland, en de procureur generaal opkomende voor de belangen van de hertog, verweerders, over het feit dat wijlen Willem van Alcmade "bedriechlijcken ende om den voirs. eysshers te diffrauderen van den penningen van den coop ende ofhandicht te maken sekere 7 morgen lants leggende in den ban van Bergen in Kennemerlandt bij denselven eysschers vercocht, ende hangende de litispendent voor schout, schepenen en baljuw en mannen van Berghen voors. t selve lant opgedragen hadden der Graaflicheyt van Holland". Het Hof beslist dat deze laatste brief van opdracht aan de Grafelijkheid, gedaan door Willem van Alcmade voorn "gedoleert sal syn uyten voirs. register als onduechdelic ende bedriechlicke gedaen, ende dat die voirn. eysschers hair voirs. lant als erf ende allodial besitten ende gebruycken sullen"