1503-10-05 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 182/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Frederik van Baden, bisschop van Utrecht, verzoekt aan de Staten van Utrecht de door hem gedane benoeming van Jacob de Edel tot kameraar niet te betwisten. Hij verklaart dat ingeval volgens het gevoelen van eenigen, deze benoeming beurtelings plaats had, aan de bisschop de eerste beurt toekwam, welke daarvan meestal afstand gedaan had tbv de Staten, zoals dit was geschied met Willem Foijz, Lambart Foeck, Florijs van Pallaes, Baertholomeus van Wael en laatstelijk met Willem van Amerongen