1504-1520 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 250
Jaartallenindex

proces voor de Grote Raad (Sententie 1515-11-12 en 1520-09-07). I) Govert en Willem van Reimerswaal contra Jacob Danckertsz; II) Jacob Danckertsz contra de Proc. Gen. v.d. Geheime Raad. Jacob Danckersz was van zwaardzyde het oudste en naaste manshoofd van wijlen jvr Josine en François van Coudenwerve. Volgens een nieuwe Zeeuwse keur was hij haar enige erfgenaam, mits hij aan de rentmeester van Bewesterschelde in wiens resort de te erven goederen lagen (nl in de parochies Koudenwerve, Everswaard en Hinkelenoord), 39£ gr Vls betaalde, ter lossing, alsmede aan successierechten. Adriaen Cornelisz de Molenare wonende te Loodyke bij Reimerswaal, beweerde ook "maag" te zijn van jvr Josine, en poogde in Hingelenoord [N. Beveland] en Everswaard de officieren te verzetten. Jacob Danckertsz was het hier niet mee eens en stelde arbitrage voor. Adriaen werd hiervoor in 1504 voor het Hof gedaagd, dat Claes Jacobsz Smout aanstelde als sequester over de betwiste bezittingen. Hangende het proces nam hij ontslag wegens onenigheid met Jacob Danckersz. In 1509 proces voor het Hof tussen Smout en Jacob Danckertsz, ter ener- en de erfgenamen van Adriaen Cornelisz e.a. over de gevoerde administratie, ter ander. Daarna werd Engel Gerritsz sequester en daarna weer Jacob Danckertsz, die weer in conflict raakte met Engel, die geen rekenschap wilde afleggen. Hierover proces voor het Hof. In 1516 werd Jacob als sequester opgevolgd door Engel Cornelisz tegen wie Jacob ook weer procedeerde. Het Hof veroordeelde 1514-09-14 de weduwe en erfgenamen van Adriaen Cornelisz tot restitutie van het genoten vruchtgebruik aan Jacob Danckertsz. De Proc. Gen. stelde t.a.v. Adriaen en Jacob dat de betwiste gebieden aan de grafelijkheid vervallen waren. Hangende deze processen verscheen Willem van Reimerswaal ten tonele. Op 1514-08-14 werden zijn aanspraken door het Hof erkend en door de Grote Raad in 1515 bevestigd. Op 1515-12-23 losten Govert en Willem, zoons van Willem van Reimerswaal, de betrokken ambachten, en eisten van Jacob Danckertsz restitutie van vóór de lossing genoten vruchten. Jacob kreeg van het Hof hierin gelijk, waarop Govert en Willem in beroep gingen bij de Grote Raad. Intussen kreeg de Proc. Gen. van de Geheime Raad een mandement tegen Jacob tot restitutie van de genoten vruchten tijdens de 9 processen. Deze zaak ook voor het Hof en daarna voor de Grote Raad