1505-04-20 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 250/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Didue [hier is Dirick vervangen door Didue, de 2e keer is Dirick echter blijven staan] Claes Garbrantsz weduwe met haar voogd Martijn Woutersz geliede dat zij puerlyc om Gods wil besproken heeft in rechten testament aan St Elisabethsgasthuis binnen Haerlem, ½ van 4 koeweyde gelegen bij der stede van Alckmaer over Dije, ende gebruyct op dese tijt Alijt Jacob Jan Pieters weduwe deselve helft om 5 R gld sjaers, daer naeste lenden of zijn oost: de arme huijssitten van Aemsterdam, zuid: die Reguliers buyten Haerlem, west: Claes Corf, noord: Jan Diricxz van Aemsterdam, om door de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis voirs. in der tyd wezen de na doode van de voors. Diric [!] Claes Garbrantsz weduwe dat voors. lant te aenvaerden ende eygentlick ende erflick te behouden. Met de opbrengst zullen zij ter markt gaan en de zieken in t voors. gasthuis eens in het jaar gebraat copen en daarmede een maaltijd bereiden

Cornelis Bolle van Zaenden Willemsz en Florys Bolle, leenmannen