1505-05-28 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 1, fol 2
Jaartallenindex

leenmannen oorkonden "alsoe by den dood van wylen Jacob Emmery, in leven poorter van Antwerpen, mr Servaes Ariaensz en Jacob Herman Gysbrechtsz, als beyde gecomen wesende van twee gesusteren, verstorven zyn in een recht onversterfelijk leen, dat denselven Jacob Emmerije toe te behoren placht, gelegen op Maesdam in Zuyt Holland, waarover veel twist ontstaan was, daar beiden het hele leen willen hebben. Mr Servaes stelde dat hij de oudste manspersoon was, en Jacob dat hij van de oudste zuster gecomen was. Zij zijn nu in vriendschap van elkaar gescheiden. Overeengekomen is dat Jacob het gehele leen verkrijgt, ook desgelycx van sulck een block tiende, begrepen in t selve leen, daar de voors. Jacob Emmerye by zin leven, met consent van de K.M. heeft doen belenen enen genaamd Jan Emmerye, natuerlycke zone van mr Jan Emmerye Jacobsz, alsoe verre als naemaels aen hemlieden versterven mochte bij ghebreecke van blyvende blykende geboorte achter te laten, dat dan dat leen weer zal komen op Jacob of op zyn kint of zijn erfgen. Behoudelijk soo heeft de voors. Jacob Heerman geloeft, alsoe verre als hy oft syne voors. erfgenamen in commens hebben vrij 7£ gr Vls boven t incomen van den selven leen, dit voors. leen oft gheent datter noch aencomen mach van den voors. Jan Emmery niet te vervreemden, versetten, vercopen, sonder consent van den rechten erfgenamen. Sterft Jacob kinderloos dan zal het leen komen op de kinderen van jvr Cornelye Heinrick Butkins huisvrouwe zal. ged, zyn zuster" [niet erg duidelijk];1505-06-01: Karel confirmeert de overeenkomst die Jacob Heerman Ghysbrechtsz gesloten heeft met mr Servaeszoon van wylen Adriaen Jansz