1505-07-11 |

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl I dossier 21
Jaartallenindex

sententie van de Grote Raad van Mechelen in het geschil tussen de gemene buren van Westzaan, Assendelft, Krommenie, Wormer, Jisp, Oostzaan en Heiloo, contra Jacob de Waijere, rentmeester van Schermerland en Kennemerland en de Procureur Generaal. Na het onderdrukken van de opstand van het Kaas en Broodvolk in het begin van Mei 1492 had de stadhouder generaal, de hertog van Saksen aan eisers, na hun ondermeer een "emende proffytable" van 5000 gld te hebben opgelegd, vergiffenis voor hun deelname aan de opstand geschonken. Aan de Proc., Gen. en aan alle officieren legde hij een eeuwig silentium op. Niettemin werden eisers naderhand door verweerder lastig gevallen omdat zij volgens hem ook gehouden zouden zijn om evenals de andere plaatsen die aan de opstand hadden deelgenomen, bij wijze van straf een jaarlijks haertgelt op te brengen. Onder meer liet verweerder enige inwoners van Westzaan c.s. gijzelen. Aanwezig zijn de navolgende stukken: a) inventaris van de stukken door eisers bij het Hof van Holland ingediend, b) copie van de brieven van remissie en abolitie dd Haarlem 1492-05-25 door de hertog van Saksen aan de inwoners van Kennemerland verleend, c) mandement dd 1501-05-26, waarbijdoor stadhouder en Raden van Holland aan eisers rechtsingang wordt verleend, d) relaas dd 1501-05-26 van de exploiteur Aernt Jansz die op die dag het mandement heeft geexecuteerd en verweerder tegen 3 Juni voor het Hof heeft gedagvaard; met nog 5 andere stukken (e-i)