1506-05-08 (2) |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 395-398
Jaartallenindex

(vervolg) joffr. Joost van Bekesteijn brengt ten huwelijk: 1) seker lant te Assendelft, dat Daniel Aernt Martsz bruict om 25 R gld sjaars, 2) seker lant te Assendelft, bruict Gerrit Pietersz Gheijen, 3) 6 maden in de ban van Utgeest, geheten de Waterplas, dat Jacob Claesz gebruikt om 10 R gld sjaars, 4) stuk land in Assendelft, bruict Jacob Banninck om 38 st sjaars, 5) stuk land in Utgeest, bruict Baert Claes Backersz om 7 R gld, 6) 6 geersen te Heyloo, bruict Cornelis Gerritsz om 8 R gld sjaars, 7) 3 geersen te Castrikom, die Nanne Gerritsz bruict om 3 R gld sjaars, 8) 5 morgen 2 hont in den lande van Charlois, bruict Pieter Willemsz om 11 R gld en 14 st sjaars, 9) 8 gemeten 2 lyn lants in here Simonshaven voirs, bruict Pieter Adriaensz om 8 R gld 13 st sjaars, 10) 3 gemeten 2 lijn lants aldaar, bruict Jacob Martsz om 3 R gld, 11) 4 gemeten en 70 roeden aldaar, bruict Jan Huygensz om 2 R gld 10 st, 12) 5½ lyn lants gelegen in Biert [Biervliet ?], bruict Adriaen Wilbrantsz om 32st. Ende waer t also dat Gerrit Jan Huijssersz ende Jacob Gerritsdochter van Hillegom, oudevader en oudemoeder van jvr Joost, sturven vóór joffr. Margriet van Bekesteyn, hoer beyder dochter ende moeder van de voors. joffr. Joost, in dat geval ontvangen Jan en jvr Joost nog vooruit 25 R gld sjaers erfgelijk, die Jan echter na dode van Dirck van Bekesteyn en zijn vrouw jvr Margriet, ouders van jvr Joost, weer zal moeten inbrengen om die met de andere kinderen gelijk te delen. Sterft Jan vóór jvr Joost zonder kinderen dan ontvangt jvr Joost haar inbreng terug, en uit de goederen van haar man tot lijftocht 40 R gld sjaers