1509-06-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 21, 22
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij achtervolgende zeker appoinctement gemaeckt bij den luden v.d. Camer v.d. reekeninge in den Hage met heeren Jan Ruychrock van den Werve, ridder, hem aanbestorven bij overlijden van vrouwe Gysbrechte van Loon, van der negligentie ende versuymenisse by hem daerinne gebesicht, volkomlycken blijcken by denselven appoinctement den voorn. heren Jan, na dode van zijn moeder vrouwe Ghysbrecht voors, beleend heeft met ¼ van ½ van den gehelen landt ende ambachtsheerlijkheid van Catendrecht, met ¼ deel van ½ van der huysingen, hofstede, woningen, potingen, dyken, uytgorssen, aenwassen etc. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl daarvoor. Op 1509-06-02 beslist de Rekenkamer op het request van heer Jan, die betoogt dat 5 jaar geleden zijn moeder is overleden terwijl hij nog zeer jong was, en dat voogden verzuimd hadden belening te vragen. Dat hij bovendien buitenslands geweest is ten Heyligen Lande. Dat hij de brief van Catendrecht ook niet gekregen had tegelijk met de papieren van wijlen heer Willem Ruychrock en van zijn moeder, daer er geschillen waren tussen de erfgenamen en de voogden. Gezien het advies van Jan van Outhuesden, registermeester van Holland, besluit de rekenkamer dat heer Jan wel beleend moet worden maar tegen betaling van 15£ Vls extra in handen van de ontvanger van der espargne Crispyn Jansz van Boschuysen
present: Dierick van Boneem, Reynier Willemsz