1509 |
Kroniek Hist Gen jg 1853 p 235
Jaartallenindex
rekening van de Schutmeesters van de stad Utrecht. In den yersten Egbert van Gruenenberch ende Henrick Roick, gescicte van den Rade, ende Claes Victorsz, die my Geryt Zass der artelerie ende ander gereetschap overleverde na ouder gewonten etc, 1 £. Joest die sackdrager met zijn vennoot etc 1£. Bertelmeus Pietersz dat hij Claes Victorsz cruijt heeft helpen maken, 8 dagen, sdages 2½ st. Claes Victorsz wijf en dochter, dat zij cruijt hebben helpen maken tesamen 12d, 30st. Rycout Roelofsz voor 60½ £ loets, serpentijn cloet of te gieten, t pont 7½ wit. Jaspar Zweers, die ketelslager, den salpeterketel te verbodemen, 25st. Claes Victorsz enen dach dat hij ut beveel van den oversten enen socht die mitte busscieten ende cruijt van de poert holp halen dat tot Geryt van Nyvelt gebrocht wert, doe hij mit Gysbert die Croen aen den hertoch van Gelre trecken soude etc. Goeyert mijn neef van Roedenborch van wegen off tot behoef Gysbert Zassen weder dat dair van der stat wegen gecoft was een noerts hout, daer men die bussen bescieten soude van 33st