1511-03-14 (1510) |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 88, 68v
Jaartallenindex

Max. en Karel oorkonden dat wij ontvingen de ootmoedige supplicatie van Symon van Zwieten, baljuw van der Capelle ende Nieuwekerke in Holland, inhoudende dat hij in pacht genomen heeft t voors. baljuwschap die hij noch te houden heeft en waarvoor hij souffisante cautie gesteld heeft, daeraff hij jaerlicx schuldig is grote (?) somme van penn. nae advenant van den vruchten ende profyten daeraff komende ende vervallende, soo dat hij daeruijt geschepen is groot achterdeel te hebben, ende overmits dat te meeste deel van der substantie ende goeden van den suppliant quade lenen sijn, gelegen in onsen lande van Hollant, die hij niet zonder consent mag vervreemden en het hem niet mogelijk is zijn pacht en andere schulden te betalen, noch zijn onderhoud te kunnen betalen zonder tot verkoop over te gaan. Bovendien heeft hy soone op die de quade lenen zullen vererven, zodat de grafelijkheid geen profyt daarvan zal hebben. Verzoekt hij consent om de quade lenen te mogen verkopen. Het advies is ingewonnen bij onse lieve en getrouwe Raad en rentmeester van N.H. Willem Goudt en onse getrouwe Raad en thesaurier van onse Financien Charles le Clerck. Het verzoek wordt vervolgens toegestaan; 1511-03-29: Max. en Karel oorkonden dat Symon van Zwieten Hughenz geoctrooieerd hebben 1511-03-14 om quade lenen te vervreemden. Dat Symon vervolgens heeft opgedragen tbv Phillips van der Laen 12 morgen in het ambacht van Hasertswoude en dat zij Phillips hiermede beleend hebben tot een recht leen

1511-03-29: Pieter Plumion, Roeloff van Halter, Loys Brueel