1511-08-12 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/54/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

notaris Laurentius f. Petri, clericus Traj, instrumenteert het testament van Pieter Jansz Raedt, quandam burgimagister, nunc scabinus Harlemensis. Hij vermaakt tal van legaten aan geestelijke instellingen te Haarlem, om alle dese dingen te betalen zoo assigneert hij: 1) een zate lants gelegen tot Velsen op te Hofgeest ende bruijct nu ter tijt Jacob Dircsz, geldende sjaers 40 R gld, 2) een stucke lants gelegen in Heemskerck en bruyct Lourys Henricxzoen, geldende sjaars 44 R gld, 3) aan de parochiekerk van Haerlem bespreekt hij een stuk lands gelegen te Wimmenum, ende bruyct Cornelis Henricsz, geldende 7 R gld sjaers, 4) bespreekt hij aan de parochiekerk te Haerlem, de Zeven Getijden, het gasthuis, de Witte Heeren, de vrouwe Broerissen, de Augustynen, de Barnedyten in Heemstede, de Minrebroeders en Clarissen tot Haerlem de rechte helft van de husinge die Pieter Jansz voorn. nu ter tijt bewoent met de helft van al dat daarin is. Het testament zal berusten onder zijn biechtvader mr Symon. Hij verzoekt mr Symon Jacobsz, capellaen v.d. parochiekerk voorn en Dirck van Bekesteyn, burgemeester der stad Haerlem en zijn zwager Jacob Dircksz om executeurs te zijn. Acta sunt hec in domo sepedicti testatoris, presentibus domino Reynero Taeij et mr Francisco filio Jacobi, presbyteris testibus