1513-12-06 |
Arch Marquette 1076 fol 46/Handvesten Assendelft p 89 (17e eeuws afschrift)
Jaartallenindex
Gheryt here tot Assendelft, ridder, schrijft aan die van Haarlem [?] "hoe dat onlangs gesproocken hebbe met Jan Duyvisz en Wigger Gijsbertsz soe dat ick van hen self heb konnen verstaen, sij in meninge sijn u lieden te doen roepen voor den Hove van Hollandt, ter cause van ongelyck hen luyden geschiet in 't verleggen van dijckagie, en sijn oock in meninge daerop te doen komen Commissarissen omme de voirs. dyck te sien, daeruyt dat geschapen soude wesen te komen verstoelinge, tot achter deel en prejuditie mijnre heerlichheyt, en oock van de gemeene ingelanden, en beter in tijts verhoed was". Hij stelt nu voor dat beide partijen elk twee goede mannen zullen kiezen om uitspraak te doen. Hij stelt voor dat zij den burgermeester Dirck van Beeckesteyn daertoe zullen nemen. Geschreven tot Assenburgh