1483-09-15 | Assendelft

Arch Marquette 1076 fol 33/Handvesten Assendelft p 73 (17e eeuws afschrift)
Jaartallenindex

Gheryt heer van Assendelft en Besoyen oorkondt dat zijn molenaar zijn onderzaten benadeeld heeft, en verleent daarom aan zijn schepenen, schotvangers en geburen van Assendelft de wind, de windmolen, het molenhuis met laan en werf en al het toebehooren te Assendelft voor 27 gld sjaars tot 40 gr Vl het stuk, en bepaalt dat zij voor het onderhoud moeten zorgen, en dat alle inwoners daar moeten laten malen, hetgeen schepenen, schotvangers en gemeene ondersaeten beloven, en zij verzoeken de schout Gerbrand Claesz voor hen te zegelen. Deze maakt hiervan 2 brieven, daar bij aan en over waren als schepenen: in het Nes-vierendeel: Jan Heyndriks, in het Wout-vierendeel: Jan Duves [er staat Duners], Jacob Claesz, Louw Hijn. Int Kerckvierendeel: Dirk Heyndriksz, int Broeck vierendeel: Pieter Bouwes

Albert van Egmond Ottesz en Jacob van Poelenburg, leenmannen van de grafelijkheid