1489-09-21 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 843/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam fol 21
Jaartallenindex
schepenen in Scellinchout oorkonden dat Gheryt Jansz erkende schuldig te zijn aan het N. Nonnenconvent te Amsterdam 3 ½ R gld jaarlijkse pacht uit een stuk land binnen de ban en vrijheid van Scellinchout, ende is ghehieten die vier deymt, dair nu ter tijt naeste lenden van zijn noord: Gheryt Jansz ende Jan Gherijtsz, zuid: die Hoghe Zeedijck. Indien het land deze rente niet kan opbrengen stelt hij tot een onderpand een vrij ¼ deel van een stucke lants gelegen an die noordzijde van dese deymde, ende is geheten die vyf deymt. In het Cartul. doorgehaald, in margine: "is vercoft"
Jacob Pietersz en Thaems Hilbrantsz, schepenen; Jacob zegelt voor Thaems Hilbrantsz daar hij op dese tijd zelf geen zegel heeft