1492-04-16 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 24v-27
Jaartallenindex
notaris Thomas f. Theoderici de Medemblik instrumenteert het testament van Nicolaus f. Jacobi Bartholomei alias de Waert. Hetgeen waarover hij niet beschikt heeft, stelt hij in handen van zijn zoons en dochters etc. Verder ordonneert hij als zijn uiterste wil dat: 1) zijn zoon mr Jacob zal hebben de heerlijkheid van Vossemair tegen een inbreng van 1100 R gld, 2) Adam Claesz zal hebben de heerlijkheid van Natairs zoals die nu aan zijn vader Claes toebehoort, en ½ van 7½£ 4 scell gr Vls sjaars bij denselven Claes gekocht. Hiervoor zal hij ook 1100 R gld in de boedel moeten brengen, 3) Jan Splinter zal hebben ½ van alsulke vijf hoecke tienden met den rapinge in St Joostland en polre. Hiervoor zal hij inbrengen 700 R gld; 4) item noch soo heeft Claes in leengoeden ter lossing 4£ 16 schell gr sjaars op die goeden van Jan van Doerninck gelegen in Vossemair. Die zal hebben zijn dochter Alyt Claesdochter; zij moet inbrengen zoveel als die losbrief inhoudt, 5) van zijn zoon Jacob Claesz is zijn uiterste wille ende meijninge en oock die uyterste wille ende meyninge van zijn moeder jvr Marie Jacobsdochter van Bleyswyck, dat Jacob Claesz erven zal van zijn ouders 1000 R gld ende dat te vermeerderen bij zijn gezette voogden als mr Lambrecht Jacobsz en Vranck Jacobsz, gebroederen, ende Claes van Ossche [Essche ?], rentmeester van N. Holland, en Dirk Symonsz. Als leenmannen van Vossemaer zijn erbij geroepen Dammas Symonsz en Jacob van Bleyswyck om dit testament te bezegelen. Als voogden van zijn zoon Jacob Claesz stelt hij hen tevens aan tot zijn testamentators. Jacobus Nicolai, senior filius, gaat accoord met dit testament van zijn vader en belooft het uit te voeren. Acta et facta in oppido Delfensi in domo inhabitationis dicti testatoris, stante in platea anteriori (vgl 1484-07-19, 1493-06-11)
presentibus domino Heermanno, praesbitero, Theoderico Johannis Sonck, Joanne Gerardi, sartore, incolis oppidanis oppidi Delfensis