1494-07-24 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 39v
Jaartallenindex

Max. en Philips oorkonden dat onse lieve en getrouwe ridder en houtvester van Holland heer Cornelis Cruesing na dode van zijn vader mr Jacob Cruesingh beleend wordt met: 1) 1 ½ morgen in den ambachte van der Wateringen, belend noord: die banwech, oost: Willem Vlasmansz, zuid: Ysbrant Aechtenz, west: Jan Berthoult Hughenz, 2) 1 morgen 1½ hont lants, gelegen op die Lange Weyde, zuid: Egbrecht Roelofsz met eygen en met erve. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een vette capoen en een pot Ryn wyn, 3) alsulck land als mr Jacob Cruesingh voors. hadde bij overgifte van enen Jan Jacobsz tot No[ot]dorp, liggende beoosten der kerk, aldaer 10 ghaerden opgaende in t veen gelyck der buyrlande, en nog 8½ scell sjaers op datselve voirs. land tot een erfleen, 4) ½ van 52 morgen lants bij onser stede van Delff in den ambacht van Ruiven, tot een recht leen, 5) 2 morgen in den ambachte van Monster, gelegen in een camp van 6 morgen te meten van den westeynde in, west en noord: Jacob Ofhuijs, oost: heer Floris Jansz daaraf mr Jacob Cruesing dit voors. land verkregen heeft, zuid: Jan Casus Dircsz. Tot een erfleen

present: Tielman Oom van Wingaerden, Gillis van Valckensteyn, Ingelram de Jonghe, Dirck van Boneem