1497-07-18 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 2, fol 4v
Jaartallenindex

Philips etc oorkondt dat Jan van Treslong opdroeg tbv onsen lieven ende getrouwen ridder, raat ende camerling Johan heere van Bergen, ½ van 1/12 deel van alle heerlijkheden en tienden van den alingen lande van Vosmaer, en dat hij Johan voors. hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een paar witte hantscoen. In margine: debet dicere de helft van 1/24e deel als Jan van Treslong zelver bekent heeft, hem niet meer vercoft te hebben, ergo sij hier op gesien de originale brieven, om dien te corrigeren als dat behoort. Zydert op den 1514-11-09 daerop gehadt ende gesien den originelen brief gebracht bij den rentmeester Mus [?] heer van Bergen, Marckes van Overhof ende Cornelis Pieters, rentmeester des lants van Vosmaer, by consente van "leyden ptee" [??] den originalen brief gecorrigeert op de helft, te weten ½ van 1/24e deel van alle heerlijkheden ende tienden des lants van Vosmaer gemaackt dat bij c eur [= erreur ?] geschiet is. Daarbij waren als leenmannen Jan Soete en Adriaen Ydesoen. Eodem die beleent Philips onsen lieven getrouwen ridder, raet ende camerlinck Johan here van Bergen na dode van zijn vader Johan heere van Bergen met 1/36e deel van de heerlijkheid van Vosmaer, met ambacht, ambachtsgevolg en thienden. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paar witte hantschoen (vgl 1515-04-29)

present: Floris enich soon tot IJsselstein, here tot St Martynsdyk, Jan van Cralingen, Crispyn Jansz [van Boshuysen]; fol 4v: Floris enich soon tot Ysselsteyn, Jan Treslong, Jacob van Cralingen, Crispyn Jansz