1498-05-05 | Heemstede

G.A. Haarlem Inv I no 1633 Cartul H. Geest Haarlem fol 113/G.A. Haarlem Inv I no 1595 Lade S/Arch H. Geest Haarlem; Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 741
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jouffrou Aef Gherits weduwe van Berckenrode met haar zoon Gherit van Berckenro als bestorven voogd, schenkt aan de H. Geest te Haerlem: 1) 4 Beyers gld erfpachten sjaers, staende op een stucke lants toebehorende Jacop van Assendelft ende joufrouwe Zanna zijnre dochter, gheleghen in den ban van Heemstee, daer naeste lenden of zijn zuid: Jan Pietersz, noord, oost en west: Jacop van Assendelf mit zijnre dochter voors; 2) 4½ Beyers gld oock erfpachten sjaers, staende op een stuck lants toebehoorende Willem Pietersz, oock gheleghen in den ban van Heemstee voors, daer naest lenden aff zijn zuid: Jacop van Assendelf mit zynre [dochter] voorn, noord: Dirrick Mathijszoon, oost: Willem Pietersz voorn, streckende westwaert an den duijne. H. Geestmeesters beloven hiervoor elke week 4 gr Vls uit te keeren den armen personen in St Jansgasthuijs binnen Haerlem, na uitwijzen van de brief die H. Geestmeesters aan Aef gegeven hadden. Volgens den brief bezegeld door schepenen van Haerlem

Ysbrant van Sparwoude (zegel: klimmende leeuw met barensteel) en Evert Jansz van der Meer (twee dwarsbalken beladen met 5 spitsruiten, boven 3, onder 2), leenmannen; Louf Gherritsz van Bennebroeck (een balck) en Gherrit van Schoten (een leeuw en een cruijs), schepenen