1499-03-14 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 61
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij by een andere brief aan onze lieve en getrouwe ridder en houtvester van Holland heer Cornelis Cruesink die hofstede van Steenvoorden met ± 23 morgen lants ende met die castrale capellerij daartoe behorende, gelegen in den ambacht van Ryswyk, gelyk die bij wylen Bruninck van Boschuijsen in zijn leven onder meer landen totter selver hofstede behoirende, gehouden, gebruikt en bezeten heeft geweest, ons bij dode van den voors. Bruninck ende anders aengecomen en bestorven zijn, om de voors. hofstede etc bij den voors. heer Cornelis Cruesing gehouden, beseten en gebruiktte worden tot een recht verstefelijk erfleen. Ende dat Philips Ruychrock v.d. Werve gecomen wesende voor stadhouder en leenmannen, heeft opgedragen tbv de heer Cornelis Cruesing, ridder, 12 morgen lands, gelegen in den ambacht van Ryswyk in de voors. hofstede van Steenvoorden, Philips Ruygrok te anderen tijden bij de voors. Bruninck van Boschuysen by onser consent uytter voors. hofstede van Steenvoorden, die in alles groot pleegt te wesen 66 morgen lands, vercogt en overgegeven heeft met zulker conditie, dat indien de voors. 12 morgen weer bij het oorspronkelijke leen gevoegd zouden worden, het hele leen weer als ongesplitst zal worden gehouden. En dat hij derhalve nu heer Cornelis Cruesing beleend heeft hofstede van Steenvoorde met 23 morgen land en met de castrale capelle en de voors. 12 morgen land, in het ambacht van Ryswyk. Te houden tot een recht versterfelijk erfleen

present: Claes Corf, Willem van Reewyck, Dirck van Boneem