1499-08-28 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 66v, 68
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij na opdracht door Dirck van Swieten, ridder, Jan here van Outheusden, onse Raad, rentmeester generaal van Holland en Vriesland en tresorier en bewaarder van de Charteren van desen landen, beleend heeft met dat Veer tussen Dordrecht en Zwyndrecht. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een dosijn Dordrechtse coucken. No: die specificatie van dit leen lio IX fol 21 op heren Arent van Leyenburch. Dit veer is bij approbatie gemaakt mit Jan van Oudheusen geappliceert an domeynen. De verlybrieven zyn daarop gecasseerd. Volgt een extract uit de rekening no 11 van Nicolaes Coebel, van het rentmeesterschap van Zuidholland van een jaar, eindigende 1516-12-31 (fol 13): van t veer tussen Swindrecht en Dordrecht, welke voor t laatst gepacht had Jan Schalkenz den tyd van 3 jaar ingaande Mei 1499 om 72£ sjaars. Over dit veer was een proces voor de Grote Raad van Mechelen tussen de Procureur ter ener-, en Hendrik van Swieten heren Arntsz, ter andere zijde, bij welk proces dit Veer is toegewezen aan heer Dirck van Swieten voirs. Terwijl het proces tegen heer Dirk ongedecideerd hing, had wijlen Thomas Beuckelaer, rentmeester-generaal, dit veer gekocht, wat hij niet had moeten doen. Hij had dit veer toen laten stellen op zijn schoonzoon Jan van Oudheusden, hoewel hij het zelf bleef gebruiken. Bij zijn dood werd een scheiding gemaakt met de voorkinderen, aan wie het veer werd toebedeeld. Met Beuckelaer was overeengekomen dat het veer aan domeinen gehecht zou wourden, waarvoor Beuckelaer zolang hij leefde 100 cronen sjaars zou ontvangen. Het veer is toen verpacht aan Gysbrecht Gysbrechtsz tot Alre Heyligen 1516 om 25£; get. H. van de Ketel

present: Tielman van Dullecom, Pieter Plumion, Dirck van Boneem