1467-01-28 (1466) |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 114v/Reg Charolais fol 56v
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz beleent Otto van Malsen met de lenen die hij houdt van de heerlijkheid van Asperen: 1) 4 morgen land gelegen in de heerlijkheid van Asperen in die Vyffhoeven, in die twee vorsten campen van den vorsten camp, in die vyfte hove van den steghen, an die overste zide: Dirck Ot Govaertsz, an die nederste zide: Gripmanshoeve, tot een recht erfleen, niet te versterven, te verheergewaden met een jaar rente, 2) 3 halve campen lants in de heerlijkheid van Asperen in die Vijffhoeven, daer aff die twee halve campen leggen voir in Gripmanshoeve, streckende tot der vorster Middelwateringe toe, belend boven: Otto van Malsen en Wember Aerntsz, beneden: Gerrit Rutgersz in denselven campen. Ende die andere halve camp lands gelegen in dieselve hoeve over die vorste middelwateringe, boven: Jan Hermansz erfgenamen, beneden: die heilige kerk tot Asperen. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 1£ goets gelts. Na zijn dood zullen deze drie halve campen komen op zijn zoon Jan, die hij nu levende heeft, 3) noch een camp lants gelegen voir in die Vyff hoeven, boven: Gheryt Rutghersz, beneden: Ott van Malsen voorn. selve. Leen van Asperen. Tot een recht onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 1£ goets gelts. Na Otto's dood zal deze camp erven op zijn zoon Daem, die hij nu levende heeft

hier waren over: Ghysbrecht van der Mije, leenman van Holland, Henrick van Malsen, leenman van Asperen