1468-02-10 (1467) |
R.A.H. Coll Aanw 258 fol 67v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareerde voir den Hove die jouffr. van Liesvelt mit Jan Claes Meynertsz.z als haar gecoren voogd, an d'een zyde, en Vrederic van der Zevender, an d'ander zijde, en submitteren aan het Hof al hun geschillen over de visscherij in die Lecke bij Schoonhoven, geheten Cohem, streckende van Schoonhoven nederwaerts tot Oude Ammers toe. Uitspraak na te komen op een boete van 1000 leeuwen. Het Hof beslist nu: dat de visserij van Cohem beginnen sal van Schoonhoven nederwerts tot den thoirn van der Lecke van Oude Ammers toe an die zuidzijde, ende an die noirtzyde streckende also verre als die heerlichede van wijlen die grave van Bloys strecket. Welc water en visserij van Cohem tussen den voirn. bepalinge gelegen daerinne also wel begrepen die visscherije an den Nesse, Tempel, Corffwater, Slijcwater ende anders hie die genoemt mogen wesen die voirs. jouffr. en Vrederic samentlic en onverscheijden sullen bevissen en doen bevissen na ouder gewoontes. Met allerlei bepalingen over de wijze van bevissen. Mocht Jan van Siaertsz hen hinderen in het gebruik van de visserij dan zullen zij op gezamenlijke kosten hem moeten weerstaan. Ieder voor ½ evenals de visserij