1469-12-22 |

G.A. Haarlem N 184 fol 23/Cartul Leprooshuis Haarlem
Jaartallenindex

Willem Willemsz, schout tot Tetrode ende tot Aelbrechtsberghe, oorkondt dat Pieter Aelbrechtsz aanspraak maakte op een stuk lands gelegen in den ban van Tetrode als een Goedshuys ende sieckmeesters etc op enen geheten Jan Jansz, baeliu ende rentemeester van Brederode, welck voirs. lant toebehoirde Machtelt Jan Brabanders weduwe, belent zuid: Jan Lottynsz laen, noord: Jan Jansz voirs. selve, west: die wildernisse, oost: Jan Bouwens. Ende Pieter Aelbrechtsz als een sieckmeester heeft zyn nootroft op dat voirs. lant ghewonnen gheliken dat na den recht van den lande behoirt. Daar Jan Jansz op den derden dag niet verscheen, werd gewezen dat hij mit allen recht vellich was etc. Hij wordt vervolgens uit het land gewezen (vgl 1470 des Vrydags na St Jacobsdach apostel, 1465-06-10)

Jan Willem Vroechdenburchszoen ende Gheryt Jansz, schuijtemaker, schepenen van Tetrode