1471-11-05 |

G.A. Haarlem Cartul Carmelieten fol 14v
Jaartallenindex

scepenen t Oostvoorne oorkonden dat Jacob Robbez ende zijn huysvrou Maritgen "verlyen dat si gegeven hebben dat clooster te Haarlem tot O.L.Vr. broeders, 4 gemeten lands gelegen in Oestvoorne op die Gheest, binnen desen lantmercken", west: mr Cornelis van Dordrecht, oost: heer Jan Mathijsz, noord: die Noortdyck, zuid: de heerwech. Welk voors. lant si geven in ener vrier aelmissen ende ewich testament. Behoudelic dat dit voers. cloester hoer luden ontfangen in bruederscip hoers convents ende meedeelinge alder gueden die God doer hem sal laten geschien. behoudelyk dat dese voors. Jacob mit syn huysvrouwe dit lant bezitten, bruken en banen sullen alsoe lange als een van hoer beyden leeft. Dese sullen sy den bruderen geven jaerlix 1£ Holl. Na hun beider dood mag het klooster het vrij bezitten. "Des so begeert Jacob voirs. dat syn kinderen altyt die naeste sullen wesen alsoe verre als sij geven willen als dairt een ander om hebben soude. Ende daer toe begeeren sy voer hoer beyden leven ende nae hoer doot jaergetide ende memorie van den bruederen voirs. tweewarven sjaars tot eeuwigen dage alsoo lange als dat clooster staat" etc.

Clays Jacobsz, Cornelis Jansz en Clays Claysz, schepenen te Oostvoorne