1473-09-02 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 81, 82/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

deken en kapittel van den Dom te Utrecht antwoorden aan Reynout heer van Brederode, op deszelfs verzoek om aan den kanunnik Willem van Broekhuizen, in het doen van rekening, wegens verschuldigde pacht van de Roode Poort, 14 dagen uitstel te verlenen, wegens de komst van zijn broeder Walraven van Broekhuizen, waarmede hij en Willem voorn "samentlick wat sunderlinges ende treffelick te doen hebben", dat het geld van de huisinge geheten de Roode Poort, moetende strekken tot de vermakinge ende sieringe van de kapel en grafstede van bisschop Rudolf van Diepholt, volgens deszelfs uiterste wille, en het kapittel dagelijks door des bisschops erfnamen vervolgd en "scentlick afte den rugge" gesproken wordende, men na de expiratie der verlangde 14 dagen Willem van Broekhuizen in regten zal behoren te vervolgen. Verzoekt tevens de zake betreffende de door Brederode gebruikte tienden te Gaspeerde, Leksmond, Jaarsveld en Middelweert binnen 14 dagen op een vasten voet te regelen